Historie WAMM
Begonnen waarschijnlijk ergens in de jaren ‘70, hebben jarenlang de Werkgroep Oost – voor collega’s uit Noord-, Oost- en Zuid-Nederland - en Werkgroep West – voor collega’s uit het Westen des lands – naast elkaar bestaan met als doel: vakinhoudelijke afstemming tussen praktiserende artsen-microbioloog. Het karakter van beide werkgroepen, die aanvankelijk elke maand en later vier tot vijf keer per jaar bij elkaar kwamen, is in de loop der tijd steeds meer op elkaar gaan lijken. De vergaderingen bestonden uit casuïstiek door een arts-assistent of andere deelnemer aan de vergadering, sprekers op uitnodiging over zeer uiteenlopende onderwerpen betreffende het vakgebied (met de nadruk op bruikbaarheid voor de praktijk) en als spil: bespreking van kwaliteitsrondzendingen door een lid van de - toen nog - SKMM (later opgegaan in de SKML). De structuur van de werkgroepen was los: geen reglement, geen contributie. Officiële registratie als werkgroep(en) van de NVMM heeft nooit plaatsgevonden.
Gastvrijheid werd verleend door het ontvangende instituut: GGD Rotterdam (waar ook het streeklaboratorium voor de medische microbiologie was gehuisvest) voor de Werkgroep West en het Radboud ziekenhuis voor Werkgroep Oost.
In Werkgroep Oost is begin jaren ’90 het initiatief genomen om de vergadering te laten volgen door een thematisch microsymposium. Een aantal keren hebben de werkgroepen een gezamenlijke sessie georganiseerd tijdens de Voorjaarsvergadering van de NVMM. Deze traditie is in 2005 weer opgepakt.
Geleidelijk aan werd door de voorzitters van beide werkgroepen het idee ontwikkeld om meer te gaan samenwerken. Een belangrijk argument hierbij vormde de rondzendingen. Het desbetreffende lid van de SKMM moest dezelfde rondzendingen telkens twee keer bespreken: in de vergadering van Werkgroep West en in die van Werkgroep Oost. Een gezamenlijke bijeenkomst leek efficiënter.
Op 30 januari 2006 vond de eerste gezamenlijke vergadering plaats, waarbij gastvrijheid werd verleend door de collega’s in hetSt. Antonius ziekenhuis te Nieuwegein. Vanaf dat jaar werden jaarlijks twee gezamenlijke bijeenkomsten georganiseerd (in januari en september) en daarnaast vergaderingen van de afzonderlijke werkgroepen gehouden. Deze nieuwe vorm was direct een succes met een hoge opkomst (gemiddeld 40 tot 50 mensen). De opkomst bij de afzonderlijke werkgroepen werd minder en in 2009 is een enquête gehouden onder de leden, waarbij een meerderheid voorstander bleek te zijn van volledig samenvoegen van de werkgroepen. Als naam voor deze samengevoegde werkgroep werd gekozen voor Werkgroep Algemene Medische Microbiologie, afgekort de WAMM. Voor betere inbedding binnen de beroepsgroep is besloten om status als NVMM werkgroep aan te vragen. Aan de voorwaarde voor erkenning, namelijk een huishoudelijk reglement, werd voldaan. In januari 2010 is de nieuwe werkgroep van start gegaan met drie bijeenkomsten per jaar.
Naast de doelstellingen van de vroegere werkgroepen werd een nieuw doel geformuleerd, namelijk een platform voor afstemming op vakinhoudelijk gebied en soms ook over beroepsmatige issues. Een dergelijk groot platform bleek aantrekkelijk voor andere NVMM werkgroepen. Zo wordt sinds 2009 met de WOGIZ jaarlijks een gezamenlijke bijeenkomst georganiseerd in het najaar. Ook de Commissie Kwaliteit van de NVMM heeft diverse malen een eigen inbreng in de vergaderingen gehad.
Hiernaast heeft de WAMM een functie gekregen voor het bestuur van de NVMM, namelijk een gremium waar zij terecht kan met (vakinhoudelijke) vragen op het terrein van de bacteriologie, vergelijkbaar met de NWKV voor vragen op het terrein van de virologie. Concreet heeft dit geleid tot het verzoek van het NVMM bestuur om een bijeenkomst te organiseren over schaalvergroting van laboratoria, welke in 26 juni 2012 heeft plaats gevonden. Een ander verzoek was om het voortouw te nemen tot oprichting van een werkgroep MALDI-TOF onder de hoede van de WAMM. In 2012 is deze werkgroep van start gegaan met Karola Waar (arts-microbioloog bij Izore, Centrum Infectieziekten Friesland) als voorzitter. Zij heeft Hans Kusters (medisch moleculair microbioloog bij het UMC Utrecht) namens de WMDI bereid gevonden om secretaris te worden. Jaarlijks zijn twee bijenkomsten georganiseerd die gemiddeld door 70 man worden bezocht.
Terug naar de WAMM: vanaf 2011 is het format uitgebreid met in aansluiting op de middagvergadering een buffet, gevolgd door een mini-symposium. Hierdoor wordt de komst naar Nieuwegein nog waardevoller gemaakt en voor degenen die met de auto komen: veel minder last van files bij de terugreis. Tot slot de accreditatie: deze bestaat uit 2 uren voor de vergadering (standaard) en 2 uren voor het mini-symposium (wordt per keer aangevraagd).