Het eerste nummer van 2020 van het Nederlands Tijdschrift voor Medische Microbiologie verschijnt in een periode dat microbiologisch Nederland alle diagnostische en infectiepreventiezeilen bij moet zetten door de SARS-CoV2-pandemie. In Nederland worden steeds verdergaande maatregelen getroffen, al wordt hier op dit moment (tweede helft maart) nog uitgegaan van opbouw van groepsimmuniteit. Met de actualiteit op de hielen reflecteert een aantal vooraanstaande Nederlandse experts op de rol van Italië als wake-upcall voor Nederland in deze uitbraak. Hierbij wordt de invloed van het carnaval in Brabant en de timing van de vakanties in Zuid- en Noord-Nederland beschreven.
Mijn wake-upcall was vooral de incidentele uitbreiding naar Noord-Nederland bij een COVID-19-patiënt, die een week ervoor carnaval had gevierd in Tilburg. Eerder viel me al op dat Franse gerepatrieerden uit Wuhan eenmaal per week getest werden, de Belgische gerepatrieerden uit hetzelfde vliegtuig zelfs om de dag, terwijl in Nederland helemaal niet getest werd. Tot zover de Europese eenwording en actief testbeleid. Ik begrijp van onze minister-president dat Nederland, voor zover ik weet als enige land ter wereld, uitgaat van de opbouw van groepsimmuniteit in de bestrijding. Of deze strategie zal worden aangepast en de WHO beter zal worden gevolgd, moet nog blijken. Britse wetenschappers stelden op 16 maart jl. in een verklaring dat "Going for 'herd immunity' at this point does not seem a viable option (...) risking many more lives than necessary."[1] De bottleneck vormt de noodzakelijke IC-capaciteit en de mogelijkheid zorgpersoneel van adequate beschermingsmaatregelen te blijven voorzien.
Dit nummer is ook deels een themanummer over vaccinatie. Als eerste beschrijft Gijsbert van Nierop van de Rotterdamse Erasmusgroep de controverse die is ontstaan over denguevaccinatie met Dengvaxia, na toediening op de Filipijnen aan één miljoen kinderen. Het vaccin bleek effectief en veilig voor kinderen die waren blootgesteld aan dengue, maar kon, mogelijk door hetzelfde mechanisme dat gezien wordt bij herinfecties met denguevirus, zorgen voor een ernstiger ziektebeloop bij kinderen die dengue-naïef waren tijdens van de vaccinatie. Hierdoor daalt de vaccinatiegraad op de Filipijnen ook voor andere vaccins, wat in 2019 al tot een grote mazelenepidemie heeft geleid. Christien Rondaan en Sander van Assen beschrijven de hernieuwde Europese aanbevelingen van de European League Against Rheumatism (EULAR) voor vaccinatie van volwassen patiënten met reumatische aandoeningen. Een internationale werkgroep formuleerde overkoepelende principes en negen aanbevelingen, die in dit artikel worden besproken.
Naast de thema-artikelen zoomt dit nummer in op een aantal niet-themagerelateerde onderwerpen. Allereerst is er het artikel ́Hoe schoon is schoon?’ van Ina Willemsen. Ten tijde van uitbraken is een belangrijke vraag: Hoe schoon zijn onze ziekenhuizen? De auteur beschrijft een onderzoek naar de schoonmaak van zorginstellingen. In het onderzoek werd omgevingsverontreiniging gemeten op basis van ATP. Er werden significante verschillen gevonden tussen de deelnemende Brabantse ziekenhuizen. Het artikel geeft inzicht hoe het schoonmaakproces doelgericht kan worden verbeterd.
Hans Koeleman beschrijft persoonlijke ervaringen en lessen voor de arts-microbioloog na een strafzaak naar aanleiding van een aangifte gebaseerd op de Wet publieke gezondheid. Het microbiologisch laboratorium van het Franciscus Gasthuis & Vlietland had verzuimd om 33 aangifteplichtige infectieziekten aan de GGD te melden. Vanwege de omvang van het verzuim werd hiervan door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie. In 2019 werd de zaak geseponeerd. Naar aanleiding van deze ervaring geeft hij een aantal belangrijke aanbevelingen voor artsen-microbioloog inzake de in de Wpg opgenomen meldingsplicht.
Bas Mourik geeft een inventarisatie van de mycobacteriële diagnostiek in Nederland door een groot aantal Nederlandse tb-specialisten.
Zij onderzochten in welke mate de NVMM-richtlijn Mycobacteriële diagnostiek uit 2015 wordt gevolgd met een enquête onder 48 medisch-microbiologische laboratoria in Nederland. Met een respons van 96 procent kon overtuigend worden vastgesteld dat de conformiteit aan deze NVMM-richtlijn groot is.
In de rubriek Casuïstiek beschrijft Eric van Kregten de casus van een 71-jarige man met een prostatitis, door een ESBL-positieve E. coli, ongevoelig voor ciprofloxacine en cotrimoxazol, die succesvol werd behandeld met een combinatie van fosfomycine en doxycycline.
In dezelfde tractus geeft Sophie Tops haar visie op fluorchinolonen-profylaxe bij transrectale prostaatbiopsie naar aanleiding van de misinterpretatie van Europese regelgeving in een brief van de Europese Vereniging van Urologen. In deze brief werd profylaxe met fluorchinolonen bij transrectale prostaatbiopsie afgeraden, hetgeen recentelijk tot veel onduidelijkheid heeft geleid.
Namens de redactie van het NTMM,
Bert Mulder,
hoofdredacteur
Referentie
1. Http://maths.qmul.ac.uk/~vnicosia/UK_scientists_statement_on_coronavirus_measures.pdf.